• recht op ongezondheid

Recht op ongezondheid

Na mijn eerste behandelperiode zag ik eruit als een marathonloper die van geen ophouden wist. Met de weinige spiervezels die ik had moest en zou ik thuis meteen op de hometrainer. Het begon met vijf minuten op een licht verzet en ik probeerde er iedere dag een minuut bij te snoepen. Wat me op de been hield was het perspectief van volledig herstel, want dat werd me door mijn zorgverleners voorgehouden.

Luisteren naar je lichaam

Een jaar nadat ik op de hometrainer stapte kon ik weer werken en vertelde ik de lokale televisie dat ik me gezond voelde. Er was immers niemand anders die over mijn gezondheid kon oordelen dan ik zelf. Mijn veerkracht was een overtuiging in plaats van een wijsheid. Ik wilde wel, maar het lukte niet. En ik begreep dat er niets zo moeilijk is als luisteren naar je lichaam.

Blijf fietsen

Nu ik me voor niemand meer hoef te bewijzen blijf ik fietsen. Niet om een alp op te tuffen of een gigantische afstand af te leggen, maar vooral om sterk genoeg te zijn voor de volgende klap. Het is bijna negen jaar na mijn diagnose en hoewel eerst werd geloofd in beterschap, zit dat er al lang niet meer in. Iedereen die dat snapt, behalve ik.

Tweede leven

Juist in tijden van sociale onthouding fiets ik. Dat gaat steeds beter, want door de afstand word ik niet om de haverklap ziek van een virus of bacterie. Als vanzelf droom ik dan van werken of studeren. Op de momenten dat ik met een hoge hartslag op langs de IJssel buffel denk ik dat ik dat echt kan: Van een grotere toegevoegde waarde zijn dan enkel chronisch ziek. Mijn tweede leven laat zich echter lang niet zo goed regisseren als ik mijn eerste.

Recht op ongezondheid

Bij mijn verpleegkundig specialist mijmer ik hardop over wat ik allemaal zou willen doen. Ze ziet wat het met me doet en vertelt me dat ik het best wel wat rustiger aan mag doen. ‘Martijn, je hebt recht op je ongezondheid.’ Dat moet ze me echt vertellen, want wanneer ik voor de spiegel sta, dan zie ik er verdomd goed uit. Zo’n oppervlakkige blik houdt me telkens voor de gek. Mijn vooruitgang blijft gerommel in de marge, maar daarmee is volgens haar ongezondheid geen diskwalificatie. Het accepteren daarvan is een heel gezond proces.

 

Vond je dit verhaal interessant? Lees dan ook: Het kan niet beter