The Knick

De televisieserie is altijd goed geschikt geweest voor moordverhalen, maar als het gaat om romantiek, intriges, humor en mysterie, dan scoort de ziekenhuisserie het best. Of in ieder geval bij ons in huis. In het tijdperk van lineaire TV bleven wij thuis voor St. Elsewhere, Zeg n’s Aaa, Medisch Centrum West en The Flying Doctors (nu dagelijks in herhaling op RTL8). De Professor Paardekuth sketches van Rembo & Rembo waren ook favoriet. Het liefst kijk ik naar een ziekenhuisserie. The Knick (Ziggo/HBO) is de laatste die ik zag.

 

Clean

Rond 1900 is er nog zoveel mis met de ziekenzorg. In het New Yorkse ziekenhuis The Knick maak je het allemaal mee. Als je naar binnen wordt gebracht word je niet gevraagd wat je mankeert, maar hoe je denkt te kunnen betalen. De ingrepen die volgen zijn lomp en rigoureus. Patiënten hebben er niets te vertellen. Wat ze voelen of denken is helemaal geen onderwerp. Dit roept een sfeer op die je bij Peeky Blinders ook zo aangrijpt: mooie kostuums, grimmige decors en sterk acteerwerk. Hoofdrolspeler Clive Owen (als arts Thackeray) kreeg terecht een Golden Globe nominatie voor zijn werk. De rest van de cast speelt op zijn Amerikaans, clean.

Sterke maag

The Knick is clean ja, maar er zijn behoorlijk wat scenes waar je een sterke maag voor moet hebben. De meest simpele operaties van vandaag (blindedarmontsteking, liesbreuk) gaan hier makkelijk mis. Het bloed vloeit rijkelijk, ingewanden worden terug gepropt en je ziet tot in detail hoe een door syfilis verteerde neus wordt gereconstrueerd. Moet dat allemaal, hoor ik je zeggen. Natuurlijk, er zijn zoveel ziekenhuisseries waar geen spatje bloed is te zien. Bovendien geeft het je een indringend beeld van de zorg rond 1900. De operatiekamer is dan nog echt een theaterzaal waar chirurgen er lustig op los experimenteren. Ze kampen met een groot ego en een zwak voor hun eigen medicijnen. De patiënt is een productiemiddel dat hen helpt roem te vergaren (helaas is dat vandaag de dag soms nog steeds zo).

Erg

In The Knick gaat de roem niet alleen over de rug van de patiënt. De verpleegkundige krijgt er ook stevig van langs. In ware Florence Nightingale stijl hijst Lucy Elkins zich voor dag en dauw in een korset om vervolgens tien ballen tegelijkertijd in de lucht te houden. Maar de ware voetveeg in de serie is de zwarte arts Algernon Edwards.  Verpleegster zijn is erg, patiënt zijn is nog erger, maar zwart zijn is in The Knick het allerergste. De stoïcijnse held Edwards pareert een opmerking over zijn door een vechtpartij gehavende hand briljant: “Volgens Darwin steunen we toch op onze knokkels?”

The Knick heeft zo alles wat een goede ziekenhuisserie moet hebben. En met twee seizoenen is het eindelijk eens een serie die behapbaar en overzichtelijk is. Ja, als je een sterke maag hebt natuurlijk.

Mijn liefde voor ziekenhuisseries komt ook terug in mijn dagboeken. Dit stuk schreef ik op een razende prednisontrip.

My Favourite Things – John Coltrane

Goed sterven is gewillig sterven. Ik verveelde me te pletter, maar wilde nog lang niet dood. Zolang ze op mijn werk niet op mij zaten te wachten vulde ik mijn tijd met ziekenhuis bezoeken, TV, tuinieren, de McDonalds en de wereldliteratuur. Er moest veel meer te doen zijn, dus nu mijn uitgestelde dood vroeg om haar uit te stallen werd ook ik gegrepen door het fenomeen van de bucketlist. Ik had geen enkel idee wat ik aan ervaringen nog wilde bereiken. Al die andere mensen die in Ferrari ‘s willen rijden en uit vliegtuigen willen springen om maar het gevoel te krijgen echt geleefd te hebben, daar begreep ik niets van. Ik heb al geleefd en als ik dood mocht gaan, dan wilde ik dat niet, maar was ik er klaar voor. Vooruit dan, als ik toch nog wat te doen wilde hebben, dan kon ik zelfs nog wat verzinnen om nog meer dan echt geleefd te hebben. Acteren is altijd een stille wens van mij geweest. Iedere keer een andere rol spelen is een ideaal leven. Je leeft als het ware meerdere levens. Eén rol zou ik zeker gespeeld moeten hebben. Die van dokter Hans Lansberg. Manfred de Graaf heeft jarenlang het verbluffende acteerwerk van Sjoukje Hooymaayer tegenwicht gegeven. Dat deed hij zo natuurlijk, dat daarmee de geloofwaardigheid van al hun avonturen tot het toppunt stegen. Vergeet ook niet dat onderwerpen als het elektronisch patiëntendossier, de status van de zelfstandige professional en zwerfhondenopvang al vroegtijdig door de serie op de politieke agenda werden gezet. Het was dan ook geen wonder dat het voor de makers van het vervolg op Zeg n’s Aaa in 2006 volkomen nat gingen. Een nieuwe serie met mij als dokter Lansberg zou eer doen aan de acteerprestaties van Manfred de Graaf, want met mijn medische vrienden in de Apeldoornse villawijk Berg en Bos heb ik voldoende inspiratie om de rol de gelaagdheid te geven die het verdient. Het kon niet alleen bij acteren werken. Want productie zou ook op mijn lijst gaan komen. Ik zou het beste van Albert Verlinde en Reinout Oerlemans gaan combineren. Het mislukte project van Reinout’s camera’s op de spoedeisende hulp van het VU had voldoende in zich om te slagen. Maar dan enkel als een reallife Medisch Centrum West musical. Afdeling 3b heeft de perfecte setting om heel Nederland en Vlaanderen de intriges uit de succesvolle serie van begin jaren negentig opnieuw te beleven. Zie je het al voor je? De dokters Otto en Jeroen hebben net weer een leven gered en zingen: “Ha ha ha ha, staying alive, staying alive, staying aliiiiiiiive!” Een voorzichtige rolverdeling zag ik al voor me. Linda werd Nel Terborg, Marlies de glansrol van Reini, Jolijn mocht de ietwat gemene Tessa van Loon spelen en de onschuldige maar briljante dokter Liza Messing werd gereserveerd voor Marouschka. Ze zal blij zijn dat ze nu niet meer monsters hoeft te nemen van de ontlasting van patiënten, maar ze zal grote moeite ondervinden met het politieke steekspel in de bestuurskamer van het ziekenhuis. Voor het nieuwe afdelingshoofd Sonja Zweegman heb ik nog geen rol. Ze zou het met haar charme beter als Lydie van der Ploeg naast mij kunnen werken in Zeg n’s Aaa. Dit instant succes gaat me zoveel geld opleveren dat ik eindelijk een zorgverzekering zonder marketing op kan zetten. Er wordt dan zoveel bespaard dat ik het personeel in de lunch iedere dag op goji-bessen kan trakteren. En dan zou ik eindelijk in een Vito 122CDI rond kunnen rijden om de eigenaren van kapitale villa’s interieuradvies voor de geest te geven. Dat busje zal me nog verder brengen naar de wensen op mijn lijst. Het past uitstekend in mijn plan om eens iemand te vermoorden zonder dat de sporen naar mij toe leiden. Mijn vriend Dick was een zeer geschikt slachtoffer. Zolang hij na het café maar door het Oranjepark naar huis gaat, dan komt alles goed. Zodra ik Dick heb weggewerkt ga ik eerst een paar jaar in het zuiden van Frankrijk met de trekschuit de kanalen bevaren en de hele dag foie gras, escargots en in armagnac verdronken ortolanen naar binnen werken. Om vervolgens af te reizen naar Midden Aarde om het nodige dentale liefdadigheidswerk te doen. Met mijn handen in mijn zij zal ik hoofdschuddend de inwoners uitleggen hoe je cariës voorkomt “Ork, Ork, Ork, je tanden poets je met een…” Goed, als ik dan de wereld heb verheven, dan kan ik eindelijk met Roos gaan emigreren naar Scandinavië waar ik voortleef in een andere dimensie. Eerst door regelmatig een Ayahuasca brouwsel te drinken, maar later door zen meditatie in een constante staat van verlichting te leven. Dan en alleen dan heb ik echt geleefd en kan ik rustig sterven.

Vond je deze blog interessant? Lees dan ook Over de assistente van Dokter Van Der Ploeg