Papaatje leef je nog
Op een kind van twee kan je nog veel invloed uitoefenen. Bijvoorbeeld welke tv programma’s ze te zien krijgt. Dus hier thuis geen rare poppen en foute kapsels van het Zandkasteel en we worden best wel moe van dat paranoïde zingen bij Pieter Konijn. Dan liever Juf Roos die de kinderen leert zingen. Met haar hagelwitte tanden en pretogen bezorgt ze iedere jonge vader een week gevoel in de onderbuik. En haar maatje Gijs heeft met zijn spel het begrip method acting een nieuwe dimensie gegeven. Kinderen worden wild als Juf Roos de Hokey Pokey zingt. De hit voor tweejarigen. Maar die kleine van mij hoort liever Papegaaitje leef je nog. Ze zingt het momenteel hele dagen als Papaatje leef je nog. Juf Roos kan niet stuk, maar hoe is het met papa?
Boem boem
Het is de normaalste zaak dat wanneer ik op de bank lig te vergaan mijn dochter bij me komt informeren. “Papa pijn? Papa kramp?” vraagt ze met de interesse van een volleerd internist. Ze snapt misschien niet wat er gebeurt, maar het is ook geen spel waar ze haar fantasie in kwijt kan. De doktorstas die ze in haar schoen vond met Sinterklaas is nodig om mij beter te maken. Ze ziet de littekens aan de binnenkant van mijn ellebogen en plaatst er een spuitje. En omdat dat niet genoeg is gaat ze met haar stethoscoop op zoek naar mijn hart. “Boem boem, boem boem” zegt ze dan serieus. Dat “Papaatje leef je nog?” vraagt ze niet voor niks.
Beterschap
Mijn gymleraar in de brugklas waarschuwde me al: “Je wilt niet dat je later wordt ingehaald door je kinderen.” Als mijn Feline door het park rent, dan kan ik haar niet meer bijbenen. Toch zijn het schaarse momenten dat ze op mij moet wachten, we zijn immers iedere dag samen. Misschien die enkele keer dat ik lang in het ziekenhuis moet blijven. “Papa is naar ziekenhuisje” is de eerste volle zin die ze uitsprak. Het was dit jaar al lang niet zo erg als het jaar ervoor. Mijn zorgverzekeraar was slechts een kleine 30.000 euro aan mij kwijt, terwijl ik vorig jaar meer dan een ton kostte. Alsof dat de standaard is voor beterschap. Anderen zijn het nog niet met me eens, want al lijken de afstotingsreacties bijna beteugeld er is nog een wachtlijst met problemen: Aneurysma, afsterving van botten, gevaarlijke bloedproppen, een veel te hoog ijzergehalte in mijn bloed, continue longinfecties, tergende spierkrampen over mijn hele lijf en al de dingen die we nog niet weten. Het is haar medicinale zingen waar ik van opknap. Ik hoef haar niet voorbij te rennen, zolang ik mee kan zingen “Ja mijn kind, ik ben er nog. Ieja deeja, poef!”
Vond je deze blog interessant, lees dan ook: Mijn brevet van onvermogen