Papa help!

Het was een klimrek waar ik me van alles bij voor kon stellen. De rug van een olifant, een iglo of een grote berg. In die wilde fantasie ben ik het gevaarte opgeklommen om me via de top weer naar beneden te laten zakken. Maar het was voor mijn gevoel veel te hoog. Daar hing ik dan te bungelen en ik dacht dat ik al mijn botten zou breken. Ik was een jaar of zes en ik moest er iedere keer tussenuit knijpen om zelf de wereld te ontdekken. Nu baalde ik van mijn eigenwijzigheid, want hoe kon ik me uit deze benarde situatie redden? Gelukkig zag ik daar mijn vader en ik riep: “Papa help, papa help me dan!” Hij zag me, rende meteen weg en de eenzaamste minuten in mijn korte bestaan braken aan. Toen hij terug kwam met zijn fototoestel maakte hij vrolijk een paar kiekjes. “Papa help!” bleef ik bezorgd roepen, maar hij was verre van ongerust. Terwijl ik daar hing kon ik met mijn voeten nog net het gras niet voelen. De paniek was nergens goed voor.

Eigen verantwoordelijkheid eerst

Mijn vader vertelde me een paar dagen terug dat hij me niet zo moest laten hangen. Maar ik ben er nog steeds blij om. Dat bungelen werd een metafoor voor mijn opvoeding. Probeer het maar zelf te ontdekken. Zonder me te behoeden voor fouten heeft hij mij de wereld laten zien. Eigen verantwoordelijkheid eerst was het devies. En als ik dan een fout maakte, hoe stom ook, dan was hij er altijd om me op te vangen. Ik heb mijn mond vol over de levensreddende vrouwen om mij heen, maar als er iemand het volste vertrouwen had, dan was het wel mijn vader.

Machteloosheid

Die oefening in het bungelen was niet alleen bedoeld voor lollige fotomomentjes. Hoe moet het voor een vader voelen als hij zijn kind in de bloei van zijn leven langzaam ziet verteren aan de gevolgen van een leukemiebehandeling? Niet lang geleden vertelde hij mij dat hij zich zo machteloos voelde. Hij kon zich nog wel verzetten tegen inferieure bestuurders die mij het leven moeilijk maakten, maar een ziekte die me zoveel kansen op een beter leven ontnam kon hij niet wegpoetsen. En ik vertelde hem dat die machteloosheid nou juist dat is waar het om gaat. “Er is zo weinig waar we echt de controle over hebben pap. Ik kan beter oefenen in het vallen, dan in het vasthouden.”

Goed

Het was enkele weken na de transplantatie dat ik eindelijk van mijn kamer af mocht. Met wie kon ik  beter mijn wereld groter maken dan mijn vader? Degene die me geboren heeft zien worden. Hij die me alles heeft geleerd, liet mij opnieuw de wereld zien. In de rolstoel werd ik in het uitgestorven personeelsrestaurant geparkeerd voor het raam. De cola die we dronken konden we niet afrekenen, want er was niemand om te betalen. Dat was jatwerk. Een kleine jongen die aan de hand van zijn vader wordt meegenomen. In mijn armzalige toestand was ik even een heel erg trots kind. Mijn vader heeft me leren kijken en hij deed het weer. Een vader die er gewoon is en aanvoelt wat zijn zoon doormaakt omdat hij het zelf ook heeft meegemaakt. Een vader die het moraal van zijn kind opvijzelt zonder dat hij er erg in heeft, omdat hij niet beter weet dan dat wat hij doet goed is. En dat dat ook echt goed is.

Wijsheid

Die geniepige ziekte zou vroeg of laat terugkeren. Dat wisten we al toen mijn vader acht jaar geleden weinig kans op genezing werd gegeven. In de nacht van vijf op zes augustus was zijn lichaam zo op en maakte het lijden plaats voor de verlossing. Deze blog heb ik vlak voor zijn dood nog met hem gedeeld. “Man, man, man. Je moet er geen woord, geen komma aan veranderen”. En ik heb hem verteld dat ik mijn dochter ook zal laten bungelen. Hoewel ik haar niet altijd kan beschermen (“Papa, rennen!” pffff) zal ik haar altijd opvangen. Maar de ziekte is niet de baas zolang er vrede is. Zijn machteloosheid bracht hem rust, eindelijk. Hij dankte me voor mijn wijsheid ook al had ik die zonder hem nooit kunnen bereiken.

 

Vond je dit interessant? Lees dan ook de blog: Kankerfamilie