Interview “Het kan niet beter”
Dit interview verscheen 13 januari 2017 op Apeldoorn Direct
Door David Levie
Ze zijn op z’n minst opvallend, de blogs van Martijn van Duivenboden (41). Laatst nog die blootfoto die aantoont wat een slopende ziekte met je lijf doet. Hij mag dan tot op de dag van vandaag kampen met de gevolgen van de acute leukemie die hem zes jaar geleden trof en zijn geloof in God hebben verloren, zijn pen is in humor gedoopt. Overwonnen droefenis. Tijd voor een tussenstand.
Hij moet erom glimlachen. Terwijl vrienden en leeftijdgenoten zich druk maken om hun maatschappelijke carrière zit Martijn van Duivenboden met zijn dochtertje van anderhalf thuis. Puf om betaalde arbeid te verrichten en verplichtingen aan te gaan is er niet. Nog niet, want naar zijn zeggen is een arts uit Amsterdam optimistisch gestemd. Zelf noemt hij zich een realist. Hij laat zich niet blij maken met een dooie mus en ziet wel wat het leven hem nog te bieden heeft. Hij houdt er in ieder geval ernstig rekening mee dat hij ook dit jaar weer vier tot zes weken aan een ziekenhuis bed is gekluisterd, het gemiddelde van de afgelopen jaren. Zijn immuunsysteem is aangetast en dat betekent slangen en naalden in zijn lijf en aanverwante materialen die daar normaal niet in thuis horen.
Naar, vervelend? Weer die glimlach. ,,Ik lag er zelfs af en toe van te genieten. Dat klinkt gek, maar het is zo. Ik ben me dan heel bewust van mijn lichaam. Dat het aan de ene kant zo voorbij kan zijn, en aan de andere kant zijn er toch mensen bezig om je weer op de been te brengen. Ik voel dat ik dan volop leef. Dan brengt een vertrouwen met zich mee, wat er ook gebeurt. Als het niet goed komt komt, is het ook goed.’’Waar is de gelovige man die een jaar of vijf geleden tegen me zei dat hij dagelijks in gesprek is met God? ,,Er is veel veranderd. Ik ben tot de conclusie gekomen dat die God er niet is. Mijn ziekte heeft me geleerd dat ik heel veel aan de wetenschap te danken heb. Ik zie daar niets goddelijks in. De Bijbel blijft een bron van inspiratie, maar ik voel meer voor het Boeddhisme. Met name Zen. Heel praktisch gericht. Het leven is lijden, maar tegelijkertijd worden handvatten aangereikt om met dat lijden om te gaan. Wees niet te gehecht aan het leven. Het kan zo voorbij zijn. Ik heb geleerd te beseffen dat iedere dag je laatste kan zijn. Dat je van je goeie én slechte momenten moet genieten. Hier in de kamer bijvoorbeeld met mijn kind. Maar ook met een infuus in je hals.’’
Kerk
En God dan, kerkbezoek? ,,Ik ben vier jaar geleden nog in de kerk getrouwd. Dat zou ik nu niet meer doen. De laatste twee jaar besteed ik er geen aandacht meer aan. Ik houd mij met andere zaken bezig. Bij God kan ik me niets meer voorstellen.’’
Andere zaken, zoals het schrijven van blogs? Je doet dat in heldere taal. ,,Ja. Ik doe dat ook om van mijn ego af te komen. Als je ziek bent draait de wereld om jou. Als je schrijft is dat toch anders. Je wilt iets delen, iets meedelen wat er toe doet. Waar anderen wat aan kunnen hebben. Ik ben nu eenmaal protestants opgevoed. Je wilt wat betekenen voor andere mensen. Een carrière zit er voorlopig niet in. Ik ben daartoe fysiek niet in staat. Nu niet in ieder geval. Wat de toekomst me brengt is ongewis.’’Die toekomst leek er zes jaar geleden wel. Van Duivenboden slaag voor zijn studie MBA. (Master Business Administration). Een week na het uitreiken van zijn bul lag de toenmalige directeur van Gigant doodziek in het ziekenhuis. En dat had later ook zakelijke gevolgen. Het bestuur van Gigant wilde van hem af. Van Duivenboden zocht zijn recht en kreeg zijn gelijk. Op alle fronten zeggen insiders. Zelf zwijgt hij liever. ,,Er is een goede regeling getroffen. Ik zou mij verder niet meer over Gigant uitlaten. Daar houd ik mij aan. Ik kom er ook nooit meer, ik heb er niets te zoeken. Ik heb het ook wel gehad met de cultuur. Zelfs toen ik nog werkte, was ik bezig om mijn leven anders in te gaan richten. Ik voelde veel meer voor zorg. Nou, dan heb ik het uiteindelijk toch niet verkeerd gedaan? Zeg nou zelf.’’
Hij lacht uitbundig. Een calvinistische Boeddhist met Joodse trekjes. Zelfspot. Overwonnen droefenis. Zijn blogs getuigen daarvan. Soms zijn ze heel recht toe, recht aan. Zo maande hij allen die hem een warm hart toedragen niet meer naar zijn gezondheid te vragen. Hij wilde slechts één ding kwijt: ,,Het kan niet beter’’. Met andere woorden: het wordt niet beter. ,,Gitzwarte humor die hem op de been houdt en anderen op het verkeerde been zet. ,,Dat doe ik graag.’’
Mentor
Hij wil desgevraagd nog even op Gigant terugkomen. Om mee te delen dat er vrijwilligers rondlopen die hij in z’n hart heeft gesloten en met wie hij nog contact onderhoudt. Zo ook met oud-directeur van Gigant en de huidige van ACEC: Gerrit Steenbergen. Zijn mentor. ,,Als ik in het ziekenhuis lig is hij de eerste die langskomt. Een man met het hart op de juiste plaats. Ik heb veel van hem geleerd en ik heb veel bewondering wat hij in en met ACEC heeft gepresteerd. Ik kom er graag.’’
Zo ook in de bibliotheek aan de Vosselmanstraat. En weer zo’n woordgrap. ,,Ik lees me ziek. CODA heeft een uitstekende selectie boeken. Ik lees graag klassiekers uit de wereldliteratuur en filosofie. Nietzsche, Schopenhauer. Het helpt me ook met het schrijven. Ik put er inspiratie uit. Nietzsche zegt dat God dood is. Daarmee erken je dat Hij er is…’’
Lezen is voor hem genot. Net als uit eten gaan. ,,Ik doe het niet vaak, maar als we uit eten gaan, dan doen we het goed. Met Michelinsterren. Genieten van het leven. Ik heb het leven jarenlang serieus genomen. Te serieus. Nu voel ik meer voor wat de Italianen doen. Die maken van hun leven een heel theater. Natuurlijk doet het soms wel pijn wat ik heb en meemaak. Ik heb uiteindelijk een vrouw en kinderen. Maar zoals ik zal zei: het is wel goed zo. Ook als het niet goed gaat. Dat weet mijn vrouw ook wel. Zij wil 111 worden. Ik heb mijzelf niet zo’n doel gesteld.’’
Citaat uit blog
,,Het lijf als een defect apparaat en mijn ziel die er geen doel of nut meer aan kan verbinden. Er was niets meer dat in mijn gedachten op kwam, geen vriend, geen creativiteit, geen hoop. Het leven werd niet meer ingevuld en kwam tot stilstand. Het niets nietigt, zegt Martin Heidegger. Als het aan de natuur had gelegen, dan was ik er al lang niet meer geweest. Nu werd de beschaving uitgevoerd en de wetenschap gediend. Overleven kon je het niet noemen, want waar ik me in bevond stond zover af van wat mijn natuur is, dat ik geen mens meer was.’’ De schaamte voorbij