• Fit

Fit worden

Hoog boven in het VUmc is de poli der poli’s. Om de paar weken moet ik er zijn voor een check bij mijn specialist. Dat het geen straf is komt door de heerlijke ligstoelen. Ze zitten zo lekker dat het iedere keer te vroeg is voordat ik door de vrolijkste glimlach word opgehaald. En toch is het een plek waar je niet hoort te zijn. In dit niemandsland tussen hoop en wanhoop is de spanning vaak te snijden. Kale koppen, rolstoelen, uitgemergelde lijven. De mensen zijn moe van behandelingen, jarenlang gedoe van complicaties of compleet op door de onzekerheid. Sinds een paar maanden staat er een grote banier met de tekst: Ziek worden overkomt je… fit blijven doe je zelf! Wrijf het er nog maar even in. Je bent net gewend aan het idee dat je nog leeft en dan moet je met je gemankeerde lijf weer de oude worden.

Herstel en balans

Mijn hematoloog raadde me lang geleden aan om me aan te sluiten bij een Herstel en Balans groepje. Dan kon ik onder begeleiding met lotgenoten werken aan een betere conditie. Nog niet eens zo’n gek idee, want wanneer ik naar de sportschool ging, dan zag ik alleen maar jongens voor wie geen grens bestond. Ik hoopte dat ik me kon ophalen aan mensen die hetzelfde hadden doorstaan, maar al gauw had ik door dat ik me op geen enkele manier kon verhouden tot andere patiënten. De meesten hadden na drie maanden het programma doorlopen en verlieten de groep met een gezonde bos haar en een lijf dat er weer tegenaan kon. Ondertussen schoot ik geen meter op.

Dooddoeners

De kankerzorg blinkt uit in dooddoeners. Opgeven is geen optie, je moet positief blijven en nu we er niet meer en masse aan sterven moeten we ook fit worden. Om door te kunnen gaan is herstel nodig. Goed eten, voldoende beweging en rust is de heilige voorwaarde, maar wie gewoon te ziek is geweest komt niet in de oude toestand terug. Na acht jaar polibezoeken laat ik me niet meer een schuldgevoel aanpraten. De realiteit is dat het lang niet zo maakbaar is als de positivo’s je willen doen geloven.

Kampioenschap

Daarom heb ik Maarten van der Weijden de afgelopen zomer in stilte vervloekt om zijn monsterprestatie. Hij lag een aantal jaren eerder op dezelfde afdeling in Amsterdam en haalde daarna goud op de olympische spelen. Alsof het niet genoeg was zwom hij honderden kilometers om geld voor kankeronderzoek op te halen. Bij vijftig meter in ons lokale openluchtzwembad raak ik – een oude wedstrijdzwemmer – compleet buiten adem. Als ik eerlijk ben dan heb ik een enorm ontzag voor de prestaties van Maarten. Ik moet alleen ophouden met mezelf vergelijken met de prestaties van anderen. Het leven is geen kampioenschap.

Sisyfusarbeid

Mensen dragen me vaak op om het rustig aan te doen. Misschien uit gewoonte, maar er spreekt ook bezorgdheid uit. Ze zien dat ik steeds langere stukken kan wielrennen. Totdat ik weer in het ziekenhuis beland en weer opnieuw moet beginnen. Inmiddels ben ik redelijk verslaafd aan deze sisyfusarbeid, want ik kan het best rustig aan doen, maar het heeft nog minder zin als een schim verder te leven. Iedere beweging, hoe klein ook, geeft me aan het eind van de dag een voldaan gevoel. Dan kan de volgende dag er weer een stapje bij. Dat is de kunst van opstaan wanneer je neergeslagen wordt. Weten dat als het tegenzit ik altijd weer opnieuw kan beginnen. Fit worden doe je inderdaad zelf. In je eigen tempo, met engelengeduld en alleen omdat jij er beter door voelt.

 

Vond je dit verhaal interessant? Lees dan ook: Nieuwe vanzelfsprekendheid of Het doel voorbij